Olof kapellen, Sint Olofskapel

In onze streken weten we het bestaan van diverse Olof kapellen, (los van Olof altaren, waarvan er meer waren). Te weten in Dordrecht (in de Grote Kerk), Gouda, Amsterdam, Deventer (in de Lebuïnus) en Nijmegen.

Dordrecht

Rond 1550 wordt het bestaan van een Olof kapel vermeld in de Grote Kerk van Dordrecht. De Sint-Odulphuskapel, ook wel Sint-Olofskapel of  Van der Mijlekapel genoemd, bevindt zich in de Noorderbeuk. De kapel werd in 1505 gesticht door Pieter Damasz. In 1626 werd daar een renaissance pui voor geplaatst.

Deventer

In Deventer is de kapel binnen de kerk verdwenen. De kapel werd in 1486 gesticht door de Bergenvaarders. De oorspronkelijke plek is nog wel bekend en ongeveer daarboven is Sint Olof en Gertrudis geschilderd tegen het plafond.  Het wapen van de factorij van de Hanze Bergen (Noorwegen) staat tussen hen in. Gertrudis kennen we ook van Nijmegen waar zij de patrones is van een kapel (1456 gebouwd en in 1579 afgebroken) De schildering van Sint Olof heeft dezelfde attributen als in Nijmegen. Ronald Stenvert spreekt in zijn tekst (pag 22) over de beker als graal, maar het is een ciborie die staat voor de verkondiging van het geloof.

Gouda

Evenals in Nijmegen hadden in Gouda de schippers een Olevaersaltaar in de Sint Janskerk en daarnaast een Olevaerskapel (Olofskapel) buiten de Dijkspoort aan het water net buiten de stad. De kapel werd opgebouwd in 1471 (mogelijk al in 1435), in de as gelegd in 1489, een nieuwe gebouwd in 1497 en weer afgebroken in 1572. Het is niet duidelijk of de Goudse schippers echt veel op hadden met het eiland Schonen en Scandinavië met hun Olofverering.  De vermelding van Olevaer samen met Edmund als patronen van de kapel doet ons eerder vermoeden dat er een link ligt met de handelsbetrekkingen in Engeland alwaar ook een Olafscultus bestond. (K. Goudriaan)

Amsterdam

Amsterdam is de enige stad waar een Olofskapel nog bestaat. De Sint Olofskapel bevindt zich op de Prins Hendrikkade, tussen Het Houten Huis en Het Leeuwenburgh Huis. De Sint Olofskapel werd rond 1440 gebouwd (en een aantal keer uitgebreid). Het kerkje was bestemd voor Noorse zee- en kooplieden die in Amsterdam verbleven. De kapel werd tegen de stadspoort aangebouwd die de toegangsweg naar de stad vanuit het Gooiland moest beschermen. De poort (in 1618 gesloopt) werd sindsdien de Sint Olofspoort genoemd. De poort en kapel stonden op de plaats waar de Warmoesstraat (de Amsteldijk) overging in de Zeedijk.
Rond 1490 werd het kerkje vergroot en tegen de wand langs de Zeedijk werd een tweede achtkantige Jeruzalemkapel gebouwd. Ieder jaar op Palmzondag hielden de Grafridders een processie waarbij zij een houten ezel op wieltjes waarop een Christusbeeld zat meevoerden. Ook de Stevenskerk in Nijmgen bezat zo’n houten ezel met Christusbeeld. (Keulen 1520, Schnütgen)
Acht jaar na de Amsterdamse Alteratie in 1578 werd de kapel “tot vergaerplaetse en beurse” en werd zo een voorloper van het internationale beurswezen. Sedert 1993 is het een feest en congreszaal van het Barbizon Palace Congres Centrum. (Zie: Yolanda Felderhof: Spes Alterae Vitae)

Andere vermeldingen:

Zutphen

Hans Busio uit Zutphen heeft me op nog twee plaatsen gewezen. Een daarvan als pilaar-schildering in de Zutphense Walburgiskerk. Zutphen kende een Sint Olofsgilde. In onderzoek is nog of zij ook een altaar hadden of wellicht een vicarie of officie. Het Olofsgilde werd in 1382 opgericht.

Kampen

Martinus Voeren stichtte in 1465 een altaar en vicarie ter ere van Sint Olaf en nog wat heiligen in de Sint Nicolaaskerk of Bovenkerk te Kampen. (Zie: Stadsarchief Kampen 00274) 

Stichtingsacte, ten overstaan van de notaris Petrus Henrici, van een altaar en vicarie ter ere van de HH. Olaf, Jacobus, Adelbertus en Herasimus, door Martinus Voerne. 23 augustus 1465. Met aankomsttitel van een rente van 13 heren pond uit 4 morgen land in de Ruhorst te Mastenbroek. 6 februari 1451